Beroepsinfectieziekte Cholera

Organisme:

Cholera wordt veroorzaakt door de bacterie Vibrio cholera en wordt gekenmerkt door heftige, waterige diarree. Er zijn verschillende subtypes. De term cholera wordt voor het eerst gebruikt door Hippocrates, als een samenvoeging van ‘chole’ (gal) en ‘rein’ (vloeien).

V. cholerae komt voor in oppervlaktewater, met name brak water over de gehele wereld, zoals: Zuid-Azië, Afrika, Zuid-Amerika en de Golf van Mexico.

In het begin van de 20ste eeuw was de ziekte nog endemisch in Nederland. Cholera heeft verschillende pandemieën veroorzaakt, de laatste pandemie (de zevende) begon in de jaren 60 van de vorige eeuw. Tegenwoordig is cholera een importziekte en zeer zeldzaam in Nederland.

Zie de LCI richtlijn, WHO, CDC en LCR.

Transmissie:

Feco-oraal. Na orale inname moeten de vibrio’s overleven tijdens de maagpassage. Vervolgens penetreren de bacteriën de mucuslaag van de dunne darm. Mensen worden ziek door de inname van besmet water of voedsel of door directe feco-orale besmetting. Veel voorkomende transmissieroutes zijn drinken van leidingwater van onvoldoende kwaliteit en eten van voedsel dat is bereid door straatverkopers. De ontlasting van cholerapatiënten bevat grote hoeveelheden vibrio’s en is dus besmettelijk.

Incubatietijd:

De incubatieperiode duurt 12 uur tot 5 dagen, gemiddeld 2 tot 3 dagen.

Medisch beeld:

Een groot gedeelte van de personen die door Vibrio cholerae zijn geïnfecteerd heeft geen symptomen of slechts een milde diarree, niet te onderscheiden van diarree door andere verwekkers. Bij gezonde reizigers verloopt de ziekte meestal mild en is zelflimiterend. Het typische klinische beeld van cholera begint met het acuut optreden van braken en grote hoeveelheden waterdunne diarree. De diarree wordt beschreven als ‘rijstwater’, licht geelgroen met vlokjes, en nagenoeg geurloos. Opvallend is de afwezigheid van ernstige buikkrampen. Bij volwassenen met ernstige cholera kan het volume van de ontlasting oplopen tot 500-1000 ml/uur, wat leidt tot ernstige dehydratie. Een infectie met cholera leidt tot blijvende immuniteit.

Diagnostiek:

Via kweek, microscopie en serologie.

Werkgerelateerde diagnostiek

Voorkómen van blootstelling aan feces en met feces verontreinigd (oppervlakte) water/verontreinigd voedsel. Niet nuttigen van rauw, ongekookt of ongepeld voedsel in endemische gebieden. Zie hiervoor Five keys of safer food (WHO).

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als een niet immune medewerkers besmet wordt tijdens de werkzaamheden. Melden van beroepsgerelateerde gevallen op www.beroepsziekten.nl

Preventie
  • Organisatorische & technische maatregelen

Cholera wordt overgedragen door besmet water of voedsel. Preventieve maatregelen in risicogebieden hebben derhalve betrekking op vermijden van potentieel besmette levensmiddelen.

  • Drink alleen gekookt of gedesinfecteerd water of frisdranken uit fles of blik (zonder ijsblokjes);
  • Eet alleen eten dat langdurig verhit is (met name bij straatstalletjes) en nog heet is als het wordt opgediend;
  • Vermijd ijsblokjes en ijsco’s;
  • Vermijd ongekookte schaal- en schelpdieren;
  • Vermijd rauwe levensmiddelen en salades inclusief fruit, tenzij dit zelf is gepeld of geschild (‘Boil it, cook it, peel it or forget it’);
  • Kook ongepasteuriseerde melk;
  • Goede handhygiëne;
  • Bij onderliggend medisch lijden, consult LCR-reizigersdeskundige.

Voor voedselveiligheid, zie de website van de rijksoverheid.

  • Bestrijding bij de bron

De belangrijkste bronmaatregel is een goede handhygiëne en het hygiënisch bereiden van voedsel.

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Indien er gericht wordt gewerkt met het Cholera virus of indien er sprake is van een verhoogde kans op (in)directe transmissie of aerosolvorming wordt gebruikt van PBM geadviseerd.

  • Therapie & vaccinatie

De behandeling bestaat voornamelijk uit rehydratie. Er is een oraal vaccin beschikbaar. Dit geeft een partiele bescherming.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren)
  • Zwangeren. Cholera in de zwangerschap, met name het laatste trimester;
  • Personen > 70 jaar;
  • Personen met bloedgroep O (mechanisme onbekend);
  • Personen met een gestoorde maagzuursecretie. Hierbij kom er ook gedacht worden aan personen die maagzuurremmers gebruiken. Zie hiervoor de LCR website.
  • Arbobeleid

Aan de hand van de RI & E en de criteria van de Gezondheidsraad (vaccinatie van werknemers), kunnen werkgebonden risico’s in kaart worden gebracht en de volgende beroepen in aanmerking komen voor preventieve vaccinatie tegen Cholera. Hierbij kan er worden gedacht aan hulpverleners, reizigers en militairen die in gebieden gaan werken waarvan niet bekend is of zij over schoon drinkwater kunnen beschikken of personen die reizen naar gebieden waar cholera heerst en waar er sprake is van een slechte gezondheidszorg.

  • Risico voor derden

Bij feco-oraal contact met bekende bron is er sprake van kans op mens-op-mens transmissie.