Beroepsinfectieziekte legionella

 

Organisme:

Legionellae zijn aerobe, niet-sporevormende ongekapselde staafjes.

Legionellaceae komen algemeen voor in waterige milieus (natuurlijke en kunstmatige) en vochtige bodem.

In een kunstmatige omgeving, zoals een waterleidingssysteem, kan de bacterie zich onder de juiste omstandigheden vermeerderen. Vermeerdering treedt met name op in slijmlaagjes (‘biofilms’) op oppervlakken die in contact met het water staan. De bacterie gedijt goed in warm water, vooral in waterleidingen van bijvoorbeeld ziekenhuizen en hotels, zwembaden en sauna’s, wervel- en bubbelbaden en van koeltorens. Het temperatuurtraject voor groei ligt tussen 20-50°C, met een optimum rond de 37°C. Vooral wanneer het water lang stil staat kan bacteriegroei plaatsvinden.

Legionella-infecties (legionellosen) komen wereldwijd voor. De legionellabacterie veroorzaakt een acute infectie van de luchtwegen In Nederland worden er jaarlijks 200-300 gevallen van een legionellapneumonie gemeld bij de GGD’en. Een legionellapneumonie is een meldingsplichtige ziekte groep C.

Zie hiervoor LCI richtlijn, arbokennisnetdossier, WHO, CDC, LCR en Rijksoverheid.

Transmissie:

Het betreft een aerogene besmettingsroute (via water aerosolen) in een ruimte/omgeving waar water vernevelt (drinken van met legionella besmet water leidt niet tot ziekteverschijnselen).  Diverse watersystemen zijn als bron van legionellapneumonie beschreven, zoals douches, hogedrukspuiten, natte koeltorens, whirlpools, warmwaterbaden (ook in tuincentra), luchtbevochtigers en individuele beademingsapparatuur.

Incubatietijd:

De incubatieperiode duurt 2 tot 19 dagen (meestal 5 tot 6 dagen). In 85% van de gevallen beginnen de ziekteverschijnselen binnen 10 dagen na blootstelling en in 95% van de gevallen binnen 14 dagen.

Medisch beeld:

Legionellose kent twee bekende ziektebeelden:

  • Legionellapneumonie (veteranenziekte)

Een legionellapneumonie kan klinisch niet onderscheiden worden van een longontsteking veroorzaakt door andere verwekkers. De diagnose kan alleen bevestigd worden door middel van microbiologisch onderzoek. De ziekte gaat vaak gepaard met een niet-productieve hoest met pijn op de borst. Bij 60% van de gevallen zijn er ook neuropsychologische stoornissen (hoofdpijn, lethargie, verwardheid), 25% gaat gepaard met diarree, 20% met misselijkheid en/of braken. Een legionellapneumonie leidt relatief vaak tot ziekenhuisopname en verblijf op IC.

Uit onderzoek is gebleken dat veel mensen na 18 maanden nog met gezondheidsklachten kampen en dat de kwaliteit van leven significant minder is in vergelijking met een gezonde controlegroep. Het is aannemelijk dat deze restklachten fysieke of mentale beperkingen kunnen opleveren in het werk

  • Pontiac fever (legionellagriep)

Na een korte incubatieperiode van 36-48 uur krijgen patiënten acute griepachtige verschijnselen (koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn, algehele malaise). Er zijn geen tekenen van longontsteking (ook niet radiologisch). Spontaan herstel treedt op na 2-7 dagen. De meeste mensen worden niet ziek na besmetting, het risico stijgt wel met de leeftijd.

Diagnostiek:

Kweek, urine-antigeentest, PCR, DFA en serologie.

Werkgerelateerde diagnostiek

Legionellabeheersing is standaard onderdeel van de RI&E (wanneer mogelijke waterverneveling speelt).

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als medewerkers besmet worden tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek worden. Dit moet worden gemeld bij het NCvB

Preventie

  • Organisatorische & technische maatregelen

Het opstellen van een adequaat legionella beheersplan, als dit goed wordt uitgevoerd, dan is er een gering risico op het ontstaan van ziekte. Zie voor een overzicht van de wetgeving en beheersmaatregelen het arbokennisnetdossier legionella.

  • Bestrijding bij de bron

De kern van ieder legionella beheersplan is dat er geen groei van de bacterie optreedt. Zie voor een overzicht van de wetgeving en beheersmaatregelen het arbokennisnetdossier legionella.

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Bij een goede beheersing is er geen indicatie voor het dragen van PBM. Echter in risicovolle situaties, waarbij onvoldoende preventieve of beheersmaatregelen zijn getroffen, is het dragen van een mond-neusmasker (minstens FFP2) noodzakelijk. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan luchtbevochtigingsinstallaties met een verdachte status, of bij onderhoudswerkzaamheden waarbij gebruik wordt gemaakt van een hoge drukreiniger.

  • Therapie & vaccinatie

Behandeling met antibiotica. Er is geen vaccin beschikbaar.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren)
  • mannelijk geslacht (m.n. wanneer roker);
  • oudere leeftijd (ouder dan 60 jaar);
  • onderliggend lijden zoals chronische longziekte, diabetes mellitus en immunosuppressieve medicatie.

Wanneer sprake is van een goed uitgevoerd beheersplan hoeven deze groepen niet geweerd te worden

Beroepshalve kan gedacht worden aan risico voor medewerkers in de tuinbouw/tuincentra, tandartsen, technici van koeltorens, technici in de industrie (metaalverwerking), schoonmakers, werknemers in de thuiszorg (weinig gebruikte douches) of verzorgingstehuis, werk in de nabijheid van whirlpools en reizigers (scheepsvaart en de transportsector/ buschauffeurs)  

Tuinders, kwekers en andere beroepsmatige werkers met (pot)grond lopen een bijzonder kleine, maar niet verwaarloosbare kans op een besmetting met legionella  

  • Arbobeleid

Voor een uitgebreid overzicht van de verschillende beroepen waarbij er sprake kan zijn van een verhoogde kans op een legionellabesmetting zie het arbokennisnetdossier legionella en de LCI richtlijn.

Het is van belang dat medewerkers goed door de werkgever worden voorgelicht over mogelijke blootstelling in het werk. De werkgever dient de werknemer te beschermen tegen legionellarisico’s, dit is uitgewerkt in Arbobesluit 4.87a en 4.87b. Aan deze verplichting kan invulling worden gegeven volgens beleidsregel 4.87a. Het opstellen en uitvoeren van een legionellabeheersplan vormt de kern van de maatregelen en komt aan bod bij de uitvoering van de RI&E. Hoe de legionellarisico’s beheerst kunnen worden staat onder andere beschreven in het arbeidsinformatieblad 32 (AI 32) en in ISSO-publicaties 55.1 en 55.2 (met betrekking tot leidingwater). Bij gerichte blootstelling aan de legionella bacterie, bijvoorbeeld in een laboratorium zie hiervoor de safety data sheet.

  • Risico voor derden

Legionella is niet van persoon tot persoon overdraagbaar.