Beroepsinfectieziekte Mazelen

Organisme:

Het mazelenvirus behoort tot de familie van de Paramyxoviridae, genus Morbillivirus.

Transmissie en achtergrond:

Transmissie van het mazelenvirus vindt meestal plaats via druppelinfectie vanuit de neus- en keelholte van de patiënt (uitademen/praten, niezen of hoesten). Andere besmettingswegen zijn direct contact, indirect contact (handen, deurknoppen) en verspreiding via de lucht over grotere afstanden door middel van druppelkernen. De mens is de enige natuurlijke gastheer van het mazelenvirus en het virus is van mens op mens overdraagbaar. Iemand is besmettelijk 4 dagen vóór tot 4 dagen na het  begin van het exantheem. Voor meer achtergrondinformatie, zie de LCI richtlijn.

Incubatietijd:

De incubatieperiode van expositie tot begin van de prodromale fase duurt 7 tot 14 dagen (gemiddeld 10 dagen). De incubatieperiode van expositie tot begin van het exantheem bedraagt 7 tot 18 dagen (gemiddeld 14 dagen)

Medisch beeld:

Mazelen is een zeer besmettelijke infectieziekte, die gepaard gaat met hoge koorts en een grofvlekkig exantheem (de kenmerkende rode huiduitslag). Er kunnen ernstige complicaties optreden zoals pneumonie en encefalitis. Voor invoering van vaccinatie maakten vrijwel alle kinderen in Nederland mazelen door. In ontwikkelingslanden is mazelen nog steeds een belangrijke doodsoorzaak voor kinderen onder de 5 jaar.
Sinds het opnemen van de mazelenvaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma in 1976, is de incidentie van mazelen in ons land sterk afgenomen.
Bij volwassenen kan mazelen een ernstig beloop hebben. Een werknemer met mazelen zal in het algemeen te ziek zijn om te werken. Voor meer achtergrondinformatie, zie de LCI richtlijn

Diagnostiek:

Serologie, PCR of kweek (urine of keel). Voor meer achtergrondinformatie, zie de LCI richtlijn

Beroepsmatige risicogroepen

Iedereen die niet gevaccineerd is of niet op natuurlijke wijze immuniteit heeft verworven, kan geïnfecteerd worden. Vertaald naar de context van werk betekent dit de volgende werkgerelateerde risicogroepen:
niet-immune werknemers die frequent reizen naar of verblijven in endemische gebieden (zoals zakenreizigers, medewerkers van luchtvaartmaatschappijen/cruiseschepen) en gezondheidswerkers/(para)medisch studenten die in contact kunnen komen met mazelenpatiënten.  Dit geldt vooral voor personen geboren tussen 1965 en 1975 (gebrek aan natuurlijke immuniteit en onvolledig of niet gevaccineerd). Ook werknemers op scholen/kinderdagverblijven, met name in regio’s met een lage vaccinatiegraad. Ten aanzien van reizigers zie de website van het LCR en het CDC.

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als een niet immune medewerkers besmet wordt door onbeschermd contact tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek worden.

Preventie

  • Bestrijding bij de bron

Iemand is al besmettelijk voordat het exantheem ontstaat. Daarbij is mazelen een zeer besmettelijke infectieziekte.  Door massaal te vaccineren kan circulatie van het virus in de populatie  gestopt worden.

  • Organisatorische & technische maatregelen

Bij indiensttreding controleren of de medewerker gevaccineerd is tegen mazelen.

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Indien er gericht met Mazelen wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratorium, dan dient er gebruik te worden gemaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals  neus-mond bescherming, oogbescherming, handschoenen en eventueel een schort.

  • Therapie & vaccinatie

Het mazelenvaccin is onderdeel van een combinatievaccin bestaande uit: Bof, Mazelen en Rubella (zgn. BMR vaccin). Het BMR vaccin is onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma en wordt gegeven op 14 maanden en negenjarige leeftijd. Het BMR vaccin is een levend verzwakt vaccin. Voor contra-indicaties zie RIVM site.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren)

Medisch kwetsbare werknemers, met kans op ernstig beloop:

  • Immuungecompromitteerde werknemers -met name de groep met aids of kanker (chemotherapie);
  • Niet-immune zwangeren (in zeldzame gevallen treedt spontane abortus/vroeggeboorte op);
  • Ouderen; de kans op complicaties neemt toe met de leeftijd (pneumonie, encefalitis).
  • Arbobeleid
  • Aan werknemers met een verhoogd beroepsrisico op mazelen dient bij herhaling goede voorlichting te worden gegeven over infectierisico’s en wijze van transmissie;
  • Transmissie verloopt meestal via druppelinfectie, maar is ook mogelijk  aerogeen/direct/indirect (handen, deurknoppen, speelgoed). Algemeen hygiënische maatregelen dienen consequent te worden nageleefd, maar een niet-immune werknemer dient een (verdacht voor) mazelenpatiënt niet te behandelen/verplegen;  contact vermijden is het meest effectief;
  • Bij indiensttreding dient, wanneer een verhoogd risico op blootstelling aan mazelen speelt of de kans op beroepsmatige overdracht naar kwetsbare derden aanwezig is, de immuun- en vaccinatiestatus te worden vastgelegd en bij onvoldoende bescherming vaccinatie te worden aangeboden;
  • Bij verzorging of verpleging van een mazelenpatiënt dienen infectiepreventie- en beschermende maatregelen te worden toegepast, de voorgeschreven isolatiemaatregelen consequent te worden gevolgd en persoonlijke beschermingsmiddelen op juiste wijze te worden gedragen (handschoenen, schort en neusmondmasker ( WIP)). Hierop dient toezicht te zijn. Zie LCI richtlijn (ook in geval van onbeschermde blootstelling);
  • Indien er gericht met de Mazelen wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratorium situatie zie de Safety Data Sheets
  • Risico voor derden

Mazelen is één van de meest besmettelijke infectieziekten. Een persoon met mazelen is al besmettelijk voordat er klachten zijn. Bij werknemers die niet immuun zijn en werken met kwetsbare derden/niet beschermden wordt in geval van onbeschermde blootstelling of bevestigde infectie (alsnog) een werkverbod geadviseerd.