Beroepsinfectieziekte Pneumokokken

Organisme:

De verwekker van een pneumokokkeninfectie (pneumokokkose) is de Streptococcus pneumoniae (pneumokok). Dit is een gekapselde diplokok. Op basis van de polysacchariden in het kapsel worden 90 verschillende serotypen onderscheiden.

Pneumokokkose komt over de hele wereld voor. In de zones met een gematigd klimaat treden infecties meestal op in de winter en het voorjaar; in Nederland komt de bacterie als verwekker van infecties regelmatig voor.
Een verhoogde incidentie komt vaak voor bij een griepepidemie.
In ontwikkelingslanden vormt pneumokokkose bij kinderen een veel voorkomende doodsoorzaak.

De incidentie van pneumokokkenziekte in Nederland is niet precies bekend. Op grond van het aantal isolaten van de Streptococcus pneumoniae van het Referentielaboratorium Bacteriële Meningitis blijkt dat per jaar in Nederland ongeveer 250 gevallen met een pneumokokkenmeningitis voorkomen.

Pneumokokkose is, wanneer optredend bij personen geboren na 2006, een meldingsplichtige ziekte groep C. Zie de LCI richtlijn, WHO en CDC.

Transmissie:

De mens is het belangrijkste reservoir. De bacterie bevindt zich gewoonlijk -gedurende enige tijd- in de neus- en keelholte van gezonde mensen zonder ziekteverschijnselen te geven (dragerschap). Overdracht geschiedt van mens op mens, aerogeen, via druppeltjes vanuit de neus- of keelholte (hoesten, niezen) of door direct contact (bijvoorbeeld bij zoenen of via de handen). Meestal treedt een infectie op met een serotype dat recent de bovenste luchtweg heeft gekoloniseerd. Dragerschap op zich is geen belangrijke risicofactor voor een infectie. Na een geschikte antibiotische therapie zijn patiënten na 24 tot 48 uur niet meer besmettelijk.

Incubatietijd:

De incubatieperiode is afhankelijk van het serotype en ligt tussen de 1 tot 3 dagen.

Medisch beeld:

Besmetting met pneumokokken kan een klinisch beeld geven dat uiteenloopt van asymptomatisch dragerschap (waarschijnlijk maken alle mensen vroeg in het leven een periode met kolonisatie door) tot soms fulminant verlopende (invasieve) ziektebeelden. Diverse ziektebeelden kunnen optreden waaronder otitis media acuta, sinusitis, bronchitis en pneumonie. Meningitis en sepsis zijn ernstig verlopende invasieve vormen die tot ernstige restverschijnselen of overlijden kunnen leiden. Ernstige ziektegevallen komen meestal geïsoleerd voor, maar in instellingen zijn ook clusters beschreven. Ziektebeelden die minder frequent voorkomen zijn artritis, endocarditis en peritonitis. Voor een overzicht van de verschillende klachten, zie o.a. de LCI richtlijn.

Diagnostiek:

Een grampreparaat, kweek, X-thorax (bij pneumonie) en een urine-antigeentest (BINAX).

Werkgerelateerde diagnostiek

Clusters van pneumokokkose zijn beschreven op plaatsen waar veel mensen (vooral tieners) dicht op elkaar leven en werken (‘crowding’), zoals bijvoorbeeld in de kinderopvang en verpleeghuizen. Zie hiervoor de richtlijn luchtweginfecties in instellingen.

Melden beroepsziekten

Indien de ziekte (waarschijnlijk) is opgelopen tijdens de beroepsuitoefening moet de casus worden gemeld bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB). (http://www.beroepsziekten.nl/).

Preventie
  • Organisatorische & technische maatregelen

Goede voorlichting ten aanzien van veilig en hygiënisch werken -en het belang van algemene hygiënemaatregelen bij hoesten/niezen- naast een actief vaccinatiebeleid van medewerkers met een onderliggend lijden die risico op een werkgebonden besmetting lopen.

  • Bestrijding bij de bron

Is veelal niet mogelijk omdat asymptomatisch dragerschap veel voorkomt.

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Indien er gewerkt wordt met een patiënt, of met patiëntmaterialen, met een pneumokokkose: handschoenen en beschermende kleding/barrièreschorten en maskers/brillen bij kans op spatten (minimaal FFP1).

  • Therapie & vaccinatie

Therapie: de behandeling is met antibiotica. Een belangrijk probleem hierbij is de wereldwijde ontwikkeling van penicillineresistente pneumokokken.
Actieve immunisatie van risicogroepen: er zijn verschillende vaccins beschikbaar, waarbij er een onderscheid is tussen pneumokokken-polysaccharidevaccins (PPV) en pneumokokken-conjugaatvaccins (PCV). Beide typen vaccins hebben een verschillende werking en indicatie (zie de LCI richtlijn).

Vaccinatie tegen (de belangrijkste serotypen) pneumokokken (invasieve pneumokokkose) is sinds 2006 onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren) met verhoogde kans op ernstig beloop
  • Personen met een chirurgische of functionele asplenie. Zie hiervoor o.a. de LCI richtlijn: Preventie van infecties bij mensen met (functionele) hypo- en asplenie;
  • Personen met een maligniteit, zoals: de ziekte van Hodgkin, non-Hodgkin lymfoom, myeloom en chronische lymfatische leukemie;
  • Personen met afweerstoornissen, zoals: auto-immuunziekten, immunosuppressieve therapie, hiv, beenmergtransplantatie of orgaantransplantatie;
  • Personen met beschadiging van de natuurlijke barrière zoals schedeltrauma met liquorlekkage;
  • Ondervoeding en alcoholisme;
  • Personen met nierziekten.

Door de Gezondheidsraad zijn in 2013 aanbevelingen gedaan over pneumokokkenvaccinatie voor risicogroepen. Bij sommige van bovengenoemde aandoeningen wordt iedere vijf jaar revaccinatie geadviseerd (bijlage II LCI richtlijn).

  • Arbobeleid

Vaccinatie: aan de hand van de Risico Inventarisatie en -Evaluatie (RI & E) en de criteria van de Gezondheidsraad (GR) ‘Werknemers en infectieziekten – criteria voor vaccinatie’ kunnen werkgebonden besmettingsrisico’s in kaart worden gebracht en afgezet worden tegen de voor-/nadelen van (re)vaccinatie. In het GR advies is een pneumokokkencasus uitgewerkt.
Reizigers en expats, werkzaam/wonend in endemische  landen, met een onderliggend medisch lijden worden geadviseerd een afspraak te maken met een gecertificeerd arts van de Landelijke Coördinatie Reizigersadvisering (LCR) .
Indien er gericht met de Streptococcus pneumoniae wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratorium situatie, dient het safety data sheet geraadpleegd te worden. 

  • Risico voor derden

De Streptococcus pneumoniae is van mens-op-mens besmettelijk. Wering van personen die een milde infectie doormaken of contact hadden met een patiënt is niet nodig, er zijn immers overal (het hele jaar door) personen (jong en oud) die de bacterie bij zich dragen.