Omgaan met dieren

Het reservoir omvat alle dierziekten  (zoönosen) die bekend zijn zowel in binnen als buitenland. Soms ook menselijke ziekten met dier als transmissiefactor of als primaire bron.

De bron wordt gevormd door  alle dieren zowel, huisdieren, wildlife, lab-dieren, nutdieren, voedseldieren groot(zoogdieren) als klein(teken)

Transmissie via direct contact (bv handen), indirect contact(bv voorwerpen, deurknoppen,  dassen), vectoren (bv plaagdieren), via de lucht, water, voedsel, bloed (zie daar), bijtincidenten, krabben,slachthandelingen, verzorgingshandelingen,  bezoeken, operaties, etc

Porte d’entrée: meestal mond, vaak  niet-intacte huid(wondjes,bijtwonden), slijmvliezen, neus en longen

Werksoorten: in theorie  overal waar dieren zijn (of geweest)  maar waarschijnlijker in dierentuinen, dierverzorging, veterinaire zorg, , dierenambulance, vleesverwerking {link}(slagers en slachters), kwekerijen, kinderboerderijen, zorgboerderijen, afvalverwerking (ratten,muizen,vogels), werken in de natuur, jagers, toezichthouders, etc